Geschiedenis

'Elcx cloot moet eens te ende rollen, want Godt heuet zo gheordoneirt.' 'Hoe wonderlyck om te sien is den egel, die hemselven ineenrolt als eenen kloot, en sich maeckt tot een ronde hekel.' 'Hij gaf hem zoo eene almogende konkel met zijn zwaard om de ooren, dat hij tegen den grond rolde als een kloot.' 'Een kloot soo uytter handt of uytter vuyst geschooten, 't beurt zelden ofte sal sich hier of daar aen stooten, 't gunt min of meer of heel syn snellen voortgank stuyt, ook geen soo effen baan of loopt ten lesten uyt'(Vondel)

In de stad Enkhuizen werd bij voorbeeld omstreeks 1500 melding gemaakt van een verbod op het `colven, clootschieten of andere wansturigheid, 't sy ook met stenen te werpen, op verbeurte van dertig stuyver'. En dat was in die tijd veel geld! De redenen voor die verboden waren veelal het gevaar voor kinderen, overlast, vernielingen en beschadigingen van stadswallen, en ja zelfs uitspattingen. Het spel werd door jong en oud gespeeld. De kloot was toen veelal een mooie steen, dan wel een ijzeren of houten bal.
Het bracht de Leidse schepenen ertoe het volgende gebod uit te vaardigen: `So moet nyemant doer die stede cloeten dan mit houten cloeten'. Dit gebod werd door meerdere steden overgenomen. Om ze zwaarder te maken werden de houten kloten ingeboord en verzwaard met lood. Loden overblijfselen van dergelijke kloten zijn op verschillende plaatsen in Friesland gevonden. Het spel werd ongeveer zoals het huidige golf gespeeld. Er werd van tevoren een markant punt afgesproken waar men naar toe zou gooien. Het ging er dan om wie met de minste worpen het punt raakte.
Een variant hierop was: wie met de minste worpen rond de wallen van de stad kwam (Elburg). Het klootschieten was ondanks of misschien wel dankzij de vele verboden razend populair in geheel Nederland. Bij het begin van de gouden eeuw (±1500) raakte het klootschieten echter volkomen in onbruik. Veranderde geloofsbegrippen (Calvijn), de snelle ontwikkeling van handel en welvaart en de grote toevloed van vreemdelingen deden hun invloed op de Nederlandse samenleving gelden.

Het klootschieten kreeg een negatieve klank, `men deed het niet meer', `het was te min'. De Nederlandse taal werd toen doorspekt (en nu nog) met negatieve uitdrukkingen en gezegden met het woord kloot er in.
Brederode heeft het bijvoorbeeld over 'Het klootjesvolck van de vesten of uyt de slopjes'. Alleen in de scheepvaart en bij de Nederlandse spoorwegen (het contra-gewicht aan de wissel) heeft het woord kloot zijn (normale) betekenis behouden.
Dat brengt ons op de verklaring van het woord 'klootschieten'. Dat het woord kloot voor bal, kogel e.d. staat is wel duidelijk. De grote ijzeren en stenen kogels bijvoorbeeld die vroeger door de kanonnen van schepen en vestingen werden verschoten, heetten `donderkloten'. Het woord schieten staat voor werpen, vooruit drijven enz.
Vanuit Twente en de Achterhoek wint de klootschietsport thans weer aan populariteit. Het `aole' spel wordt weer door velen beoefend. Door de Nederlandse Klootschieters Bond is het klootschieten gereglementeerd. Gelukkig heeft men veel ruimte gelaten voor de vele tradities die deze sport kent.

In 1969 werd in Europa de I.B.A. (International Bowlplaying Association) opgericht met als doel de bevordering van kennis en de beoefening van de sport klootschieten. De I.B.A. bestaat uit de volgende Bonden: ABIS vertegenwoordigt Italië, NKB vertegenwoordigt Nederland, VSHB vertegenwoordigt Duitsland, FKV vertegenwoordigt Duitsland en BC vertegenwoordigt Ierland. Deze bonden organiseren om de vier jaar een Europees kampioenschap.
Voor meer informatie, zie de website van de Nederlandse Klootschiet Bond: www.klootschieten.com